Algemene programmadoelstelling
We streven naar een correcte aangifte Vennootschapsbelasting en dragen zorg voor een tijdige betaling van de belasting. Fiscale grenzen zoeken we niet op, maar waar we redelijkerwijs van mening verschillen met de Belastingdienst over een aspect uit de aangifte maken we gebruik van onze rechtsmiddelen.
Jaarlijks toetsen we het fiscaal ondernemerschap voor nieuwe activiteiten en de activiteit Grondexploitaties. Indien nodig nemen we deze op in de aangifte vennootschapsbelasting.
We stemmen de belastingplicht en de uitgangspunten voor aangifte af met de Belastingdienst. Dit vormt de basis voor het verzorgen van de jaarlijkse aangifte.
x € 1.000 | ||||||||
Actuele | Realisatie 2020 | Nominale | Actuele | Realisatie 2021 | Verschil | Actuele | ||
Lasten | ||||||||
20-1-1-1 | Vennootschapsbelasting | 250 | 250 | 0 | 250 | 250 | 0 | 250 |
Totaal Lasten | 250 | 250 | 0 | 250 | 250 | 0 | 250 | |
Saldo baten en lasten | -250 | -250 | 0 | -250 | -250 | 0 | -250 |
Mutaties reserves | ||||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onttrekking reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo na mutaties reserves | -250 | -250 | 0 | -250 | -250 | 0 | -250 |
Financiële toelichting
Hierna lichten wij per onderdeel de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe.
| Afwijking wordt toegelicht | ||
---|---|---|---|
Afwijking hoeft niet te worden toegelicht |
Gemeenten zijn met ingang van het belastingjaar 2016 belastingplichtig voor de Vennootschapsbelasting (Vpb). Inmiddels zijn voor de jaren 2016 tot en met 2020 de aangiftes ingediend. Afgelopen jaar heeft de Belastingdienst voor de jaren 2016 en 2017 de aanslagen vastgesteld. In deze aanslagen gaat de Belastingdienst van een hogere belastbare winst uit dan wij voorstaan. Wij hebben daarom tegen beide aanslagen bezwaar ingediend. Voor het belastingjaar 2016 is vorig jaar uitspraak op bezwaar gedaan waartegen wij in beroep zijn gegaan.
Wij betalen belasting over de winst uit bedrijfsafval en de inkomsten uit reclameconcessies. Over het eerste bestaat geen verschil van mening. Met betrekking tot de reclame-inkomsten zijn we echter van mening dat er geen sprake kan zijn van een te belasten winst en tevens, als men daar toch aan toe zou komen, dat de winst op een andere wijze en tot een lager bedrag moet worden berekend dan de Belastingdienst voorstaat. Met het beroep vragen wij nu een oordeel van de rechter hierin. Overigens procederen ook andere gemeenten in vergelijkbare zaken. Het is nu nog niet in te schatten hoelang de procedure zal gaan duren. Het kan echter wel enkele jaren duren voordat een finaal oordeel is te verwachten.
Vooralsnog hebben wij de opgelegde aanslagen 2016 en 2017 betaald naar het door de Belastingdienst vastgestelde bedrag. Ook voor de overige jaren zullen de aanslagen overeenkomstig het standpunt van de Belastingdienst worden opgelegd en zullen wij deze in afwachting van de uitkomst van de procedure voldoen.
Vanaf 2016 hebben wij 0,25 miljoen euro per jaar begroot voor de Vpb en het deel dat niet is uitgegeven hebben wij geraamd als 'Nog te betalen'. De aanslagen 2016 en 2017 bedroegen ieder ruim 0,5 miljoen euro, gebaseerd op een winst op het onderdeel reclame van ruim 2 miljoen euro. Dit hebben wij kunnen betalen met de middelen die wij in 2016 t/m 2020 geraamd hebben. Eind 2021 is nog 0,3 miljoen euro als 'Nog te betalen' geraamd.
Afhankelijk van de uitspraak van de Rechtbank over de Vpb-plicht ten aanzien van het resultaat op reclame zal het resultaat op de VPB in het jaar 2022 naar onze inschatting uitkomen tussen de - 1,0 miljoen en 1,0 miljoen euro. Wij zullen u hierover en over de budgettaire consequenties informeren als hier meer informatie over bekend is.