Bijlagen

Voortgang uitvoering raadsbesluiten

In de jaarstukken rapporteren wij de stand van zaken van de uitvoering van raadsbesluiten die genomen zijn op basis van de rapporten van de Rekenkamer Utrecht, voor zover nog niet afgerond.

Programma

Nr

Tekst

Planning/Stand van zaken

Cultuur

1

Besteed in P&C-documenten aandacht aan relevante trends&ontwikkelingen in de sector (bijv. fair practice)
a) Neem in de jaarrekening een beknopt samenvattend overzicht op van (de bevindingen van) uitgevoerde onderzoeken met relevante informatie over deze trends&ontwikkelingen
b) Neem ook proactief informatie over trends&ontwikkelingen in de sector uit andere relevante bronnen op (zoals bijv. Utrecht marketing)

Verwerkt in verschillende P&C documenten.

2

Voor het programma Cultuur wordt in september 2019 naar verwachting de nieuwe uitgangspuntennota vastgesteld. Dit gegeven én de vaststelling uit deze raadstoets dat (een deel van de) huidige doelstellingen/indicatoren beter kunnen, is een uitstekende aanleiding om de huidige gedefinieerde prestatie en effect indicatoren tegen het licht te houden en te vernieuwen. In deze raadstoets doen wij alvast de volgende suggesties voor nieuwe indicatoren:
a. Het aantal afwijzingen op aanvragen van een incidentele subsidie, inclusief de reden (kwalitatief of uitputting budget) voor afwijzing
b. Een overzicht van verstrekte incidentele subsidies (aan hoeveel unieke partijen)
c. Het aantal gesubsidieerde amateurkunstinstellingen en in hoeverre daar sprake is van volledige
toekenning of korting op de subsidie, vanwege schaarste
d. Een kwalitatieve update van (de focusgebieden) het Werkplan Ruimte voor creatieve Bedrijvigheid, d.m.v. een stoplichtrapportage (het is niet noodzakelijk ieder jaar te 'tellen' als er maar wel iedere jaar 'vertelt' wordt wat de ontwikkeling is.
e. Een indicator die aansluit op de doelstelling van ‘de beweging naar de wijken’
f. Doelstelling en/ of indicatoren die aangeven hoe de stand van zaken is op de aanbevelingen vanuit de visitatiecommissie (bijv. de doelstelling van diversiteit t.a.v. sectoren/gebruikers/makers/ vormen)
g. Het aantal instellingen dat onder verscherpt toezicht staat, inclusief genomen maatregelen

In september 2019 is de raad geïnformeerd over voorgestelde nieuwe doelstellingen en indicatoren: iBabs Online Deze zijn stapsgewijs aan de verschillende P&C-documenten toegevoegd, waarbij het toevoegen van grafieken en visualisaties nog in ontwikkeling is.

3

Bekijk of doelstellingen en streefwaarden nog ambitieus genoeg zijn. Geef een toelichting als een
streefwaarde t.o.v. de nulmeting naar beneden wordt bijgesteld.

Streefwaarden zijn waar nodig naar boven aangepast. Geen van de streefwaarden t.o.v. de nulmeting is naar beneden bijgesteld.

Bereikbaarheid

In de raadstoets programma bereikbaarheid (21/M146) heeft de raad aanbevelingen gedaan voor de verbetering van het programma bereikbaarheid in de P&C-documenten.

Het merendeel van de aanbevelingen zijn overgenomen en onder andere zichtbaar in de jaarrekening 2021. Bij de komende eerste bestuursrapportage doen wij een voorstel voor het aanpassen van de doelenboom en de indicatoren. Daarnaast zullen wij op basis van de doorontwikkeling van de Monitor Mobiliteitsplan komende jaren voorstellen doen voor de aanscherping van de indicatoren in de P&C documenten. De aanpassingen van de financiële systematiek zijn onderdeel van de herziening van de Nota waarderen, activeren en afschrijven van vaste activa (WAAVA). Voor de volledige planning en stand van zaken verwijzen wij naar de Raadsbrief van 15 februari 2022.

Ondersteuning op Maat

1

Doe een poging om meer te reflecteren op de mate waarin doelen zijn gerealiseerd.
Probeer daarbij de hoeveelheid tekst over activiteiten en operationele werkzaamheden te verminderen en breng de informatie op het juiste aggregatieniveau voor de raad.

In deze jaarstukken staat, onder effectdoelstellingen en stelselindicatoren, in hoeverre de doelen zijn gerealiseerd. Ook zijn de teksten over activiteiten en operationele werkzaamheden korter dan voorgaande jaren en informatie op het aggregatieniveau voor de raad gebracht

Ondersteuning op Maat

2

Zorg dat in de jaarstukken ten minste wordt teruggekomen op die zaken die in de begroting zijn toegezegd.

In deze jaarstukken wordt systematisch teruggekomen op de zaken die zijn toegezegd in de begroting.

Ondersteuning op Maat

3

Geef voor ieder van de effectdoelen aan de hand van de stelselindicatoren (bereik, beschikbaarheid, en kwaliteit) zoveel mogelijk grafisch aan over hoeveel hulp het gaat en wat ontwikkelingen zijn ten opzichte van de vorige periode.

In Ondersteuning op Maat staan grafieken met het bereik in de afgelopen jaren en grafieken met beschikbaarheid en kwaliteit in 2021.

Ondersteuning op Maat

4

Breng in beeld wat de structurele effecten van corona kunnen zijn op het programma Maatschappelijke ondersteuning (WMO) en andere programma’s en deze via de reguliere P&C- en beleidscyclus aan de raad voor te leggen.

De ontwikkelingen in het sociaal domein worden ingegeven door meerdere factoren, zoals de groei van de stad, de vergrijzing, de toegang tot Wet langdurige zorg, de ontwikkelingen in de medische zorg (denk aan de geestelijke gezondheidszorg of Krachtige basiszorg) én corona. In de reguliere P&C-cyclus, aangevuld met een interactieve sessie met de raad, geven wij duiding aan de ontwikkelingen en de mogelijke oorzaken daarvan, waaronder de effecten van corona. Daarbij opgemerkt dat er niet altijd een directe relatie tussen de ontwikkelingen en één oorzaak is te geven. We streven ernaar om dat wel zo veel mogelijk te doen.

Ondersteuning op Maat

5

Voorzie de raad van meer specificatie van de besteding van grote kostenposten (bijvoorbeeld beschermd wonen) bijvoorbeeld door de relatie met de taakvelden inzichtelijk te maken.

Een nadere specificatie van de grote kostenposten is beschikbaar in de digitale versie van de programmabegroting, via een doorklikmogelijkheid. Daar hebben wij in de toelichting op de verschillende begrotingsposten een nadere specificatie gegeven. Bij de kostenpost beschermd wonen is er geen nadere specificatie te geven van de kosten per zorgvorm. Door de taakgerichte bekostiging en de leidende principes (ruimte voor professional, doen wat nodig is en administratieve eenvoud) wordt dit in kostenzin niet apart bijgehouden. We krijgen inzicht in de besteding van de middelen middels de stelselindicatoren, zo volgen wij het bereik, (welke ontwikkeling zien wij in aantallen cliënten in de verschillende vormen beschermd wonen, beschermd verblijf en beschermd thuis) en de ontwikkeling in de wachttijden. Dit geeft een beter inzicht dan koppeling via taakvelden en is gerealiseerd in programma Ondersteuning op Maat.

Ondersteuning op Maat

6

Informeer de gemeenteraad tussentijds door verschuivingen tussen onderdelen binnen het programma (aanscherping budgetrecht raad).

Naast de reguliere P&C-cyclus, wordt de raad bij grote beleidsinhoudelijke wijzigingen, en daarbij mogelijk tussentijdse verschuivingen binnen de programma’s, schriftelijk geïnformeerd. Dat blijven we doen.

Ondersteuning op Maat

7

Maak de sturing van het contractmanagement naar aanbieder inzichtelijk (vastgelegde en niet vastgelegde onderdelen) en waar de raad ruimte tot sturen heeft.

Het sluiten van contracten gaat via inkoop of subsidietenders, en wordt vaak voorafgegaan door een inkoopstrategie of een nota van uitgangspunten. Hiermee worden de kaders door uw raad vastgesteld. De lijst met documenten waar we naar verwijzen in de begroting en jaarrekening is actueel.

Ruimtelijke Ontwikkeling, Wonen en Erfgoed (voorheen Stedelijke Ontwikkeling)

Opvolgen aanbevelingen raadstoets

In de Raadsbrief van 4 juni 2019 hebben wij aangegeven hoe wij opvolging geven aan de aanbevelingen uit de Raadstoets Stedelijke Ontwikkeling. Inmiddels zijn deze acties afgerond en hebben geresulteerd in het nieuw opgezette programma Ruimtelijke Ordening, Wonen en Erfgoed (opgenomen vanaf Programmabegroting 2021 en Jaarstukken 2021). De nieuwe opzet en bijbehorende doelstellingen, prestatie- en effect indicatoren (waarbij bijvoorbeeld is aangesloten op het Meerjarenperspectief en de actuele Woonvisie) zijn door de raad vastgesteld bij de 1e Bestuursrapportage 2020

Onderwijshuisvesting

1

De jaarrekening is op het punt van de (financiële) verantwoording over de onderwijshuisvesting en de in
dat kader uitgevoerde projecten summier. In de jaarstukken wordt inhoudelijk en financieel
verantwoording afgelegd over (uitvoering van) de projecten van het MPOHV. Geef duidelijk(er) aan in
hoeverre de (vertraging van) lopende projecten van invloed zijn op de actuele behoefte aan
onderwijshuisvesting. Geef daarbij duidelijk (bijvoorbeeld door middel van een overzichtelijk kaartje
met stoplichten) aan of gestelde doelen voor voldoende beschikbaarheid en spreiding van scholen
bereikt worden en tegemoet komen aan de actuele groei van het aantal leerlingen.

Op basis van deze aanbeveling wordt in de recente Voortgangsrapportage onderwijshuisvesting voortaan een vergelijking opgenomen van de ruimtebehoefte van scholen en de gebouwcapaciteit. De samenvatting van deze analyse is een nieuwe indicator, die uw raad nu al in de P&C-documenten kan teruglezen.

Bij deze analyse wordt vooruit gekeken, zodat te zien is of de totale ruimtebehoefte gefaciliteerd kan worden in de gebouwen die nu al beschikbaar zijn en de uitbreidingen die gepland staan. Als een vertraagde planning leidt tot een capaciteitsprobleem, wordt dat in de Voortgangsrapportage zichtbaar. We sturen op wijkniveau op een overcapaciteit van 12,5%, zodat er altijd bufferruimte in een wijk aanwezig is. Zo willen we capaciteitsproblemen in de toekomst zo veel mogelijk voorkomen.

In de Voortgangsrapportage onderwijshuisvesting en periodieke raadsbrieven over onderwijshuisvesting worden bovendien opleveringen van nieuwe schoolgebouwen, renovaties en uitbreidingen expliciet opgenomen, zodat uw raad zicht heeft op de resultaten die geboekt worden.

Onderwijshuisvesting

2

Geconstateerd is dat de inhoudelijke samenhang tussen het overkoepelende investeringsprogramma
zoals uitgewerkt in het MPOHV en de besluitvormings- en verantwoordingsmomenten in de P&C
producten ontbreek doordat documenten niet goed op elkaar aansluiten. Borg dat deze inhoudelijke
samenhang verbetert door de verbinding tussen MPOHV en P&C producten duidelijker te maken.

In de informatiebijeenkomst voor raadsleden onderwijshuisvesting is dit specifiek ook aan de orde geweest. Aangegeven is dat we werken aan het versterken van de samenhang tussen het Meerjarenperspectief onderwijshuisvesting (MPOHV) en de P&C-documenten. Daarbij kijken we expliciet naar hoe we voor uw raad de samenhang tussen de verschillende documenten kunnen verbeteren, zodat uw raad ziet dat het MPOHV en de P&C-documenten op elkaar aansluiten. Hierover ontvangt u uiterlijk in oktober een Raadsbrief.

Onderwijshuisvesting

3

De formulering dat “een aantal projecten” in 2019 te maken heeft gehad met vertraging in de start of
de voortgang van projecten dekt –zo blijkt uit het onderzoek- niet de lading, aangezien deze vertraging
op driekwart van de 65 projecten in uitvoering van toepassing blijkt te zijn. Het verdient aanbeveling
dit duidelijker te benoemen in de jaarstukken.

We gaan zorgvuldig om met het rapporteren van eventuele vertragingen van projecten in de jaarstukken. Dit doen we overigens ook bij de eerste en tweede Bestuursrapportage, zodat uw raad ook tussentijds geïnformeerd wordt over veranderingen in de planning. Om vollediger te zijn, wordt sinds de raadstoets ambtelijk niet alleen met een financieel oogpunt naar de financiële planning gekeken, maar doen we dat integraal. Daardoor kunnen we eerder veranderingen in de planning signaleren en aan uw raad rapporteren.

Onderwijshuisvesting

4

Vanaf 2021 zullen (conform onderwijsboom) nieuwe doelstellingen rondom (o.a.) het
programmaonderdeel Onderwijshuisvesting vastgesteld worden en hierbij ook de bestaande set aan
indicatoren worden herzien. Het verdient aanbeveling de huidige prestatie-indicatoren die niet zijn
ingevuld ten behoeve van de raad wel in te vullen zolang nieuwe prestatie- indicatoren nog niet
beschikbaar zijn.

Omdat het niet mogelijk is om de oude indicatoren in te vullen (zoals ook is aangegeven bij de desbetreffende P&C-documenten), hebben we zo snel mogelijk de oude indicatoren vervangen door nieuwe indicatoren.

Onderwijshuisvesting

5

De raad heeft belang bij duidelijke indicatoren die hen in staat stelt om goed te kunnen sturen op de geleverde
prestaties. Het verdient aanbeveling dat het college de raad betrekt bij het meedenken over de nieuw op te
stellen effect- en prestatie-indicatoren op het gebied van OHV. Dit bevordert het toekomstig gebruik van deze
indicatoren.

Bij het behandelen van de raadstoets was het voorstel voor nieuwe effect- en prestatie-indicatoren al af. Om te voorkomen dat uw raad nog een jaar P&C-documenten zou ontvangen zonder effect- en prestatie-indicatoren, hebben we ervoor gekozen om die wijziging door te zetten. Daarmee bieden we uw raad de benodigde sturingsinformatie. Uw raad kan bij de Voorjaarsnota indicatoren wijzigen of toevoegen. Uiteraard gaan we graag met uw raad in gesprek om te verkennen of we aanvullende indicatoren kunnen ontwikkelen, of indicatoren moeten bijstellen.

Onderwijshuisvesting

6

Voorzie de raad tijdig van een betere inschatting van zaken met betrekking tot significante afwijkingen
ten opzichte van de begroting, zowel wanneer deze positief als negatief zijn.

Zoals ook al bij aanbeveling 3 is toegelicht, rapporteren we sinds de raadstoets zorgvuldig over veranderingen in de (financiële) planning. De 1e en 2e Bestuursrapportage worden daar voor gebruikt. Juist door niet alleen met een financiële bril naar de planning te kijken, maar integraal, kunnen we veranderingen eerder signaleren en rapporteren. Daardoor kunnen we ook beter anticiperen op financiële wijzigingen.

Onderwijshuisvesting

7

Een goede samenwerking met scholen en schoolbesturen is van essentieel belang voor het kunnen
realiseren van de onderwijshuisvestingsdoelen. Er kan meer expliciet worden aangegeven op welke
wijze deze samenwerking thans functioneert en door genomen maatregelen wordt verbeterd. Overweeg
hiervoor een of meerdere prestatie-indicatoren op te stellen.

Eén van de nieuwe indicatoren heeft betrekking op de samenwerking met de Utrechtse schoolbesturen. We werken aan een plan om deze indicator structureel meetbaar te maken. Daarbij kijken we verder dan het verzamelen van een beoordelingsscore. Door middel van de Voortgangsrapportage onderwijshuisvesting kunnen we een uitgebreidere analyse delen van de samenwerking. Naar verwachting kunnen we begin 2022 deze meting structureel gaan uitvoeren.

Voorbeelden om de samenwerking te verbeteren (en het Utrechts sturingsmodel in de praktijk te brengen) zijn dat we een nieuwe overlegstructuur hebben afgesproken, waarbij we niet alleen operationeel in contact staan met de schoolbesturen, maar ook twee keer per jaar met alle schoolbesturen naar beleidsontwikkeling, gebiedsontwikkeling en een wijkgerichte aanpak kijken. Daarnaast werken we aan het verbeteren en automatiseren van onze processen, waarbij we toe willen werken naar een gezamenlijke database met alle schoolgebouwen en gegevens, die ook toegankelijk is voor de schoolbesturen.

Onderwijshuisvesting

8

De investeringsstaat Onderwijshuisvesting (geheime bijlage) is erg gedetailleerd, ingewikkeld (voor
raadslid) en moeilijk te relateren aan de staat van baten en lasten in de jaarstukken. Maak deze staat
beter inzichtelijk voor de raad, bijvoorbeeld door (grote) afwijkingen eruit te lichten en nader toe te
lichten.

Het blijkt in de praktijk lastig om aan de hand van een omschrijving van een project de projectinformatie terug te vinden in de verschillende documenten die uw raad ontvangt. We verkennen op dit moment of het mogelijk is om te werken met unieke nummers, waardoor de projecten uit de investeringsstaat direct terug te vinden zijn in andere P&C-documenten, het MPOHV en de Voortgangsrapportage onderwijshuisvesting.

Daarnaast zorgen we bij de Programmabegroting 2022 en verder voor een toelichting hoe de investeringsstaat en de projecten in de geheime financiële bijlage bij de jaarlijkse Voortgangsrapportage onderwijshuisvesting op elkaar aansluiten.

Onderwijshuisvesting

9

Het advies is om het college van burgemeester en wethouders te vragen in het eerstvolgende P&Cdocument,
bijvoorbeeld de begroting 2021, aan te geven wat de achterliggende redenen zijn dat de
gemeente Utrecht behoorlijk hogere uitgaven heeft voor huisvesting onderwijs ten opzichte van de
100.000+ gemeenten.

Hiervoor zijn drie hoofdoorzaken aan te wijzen:
De gemeente Utrecht is een van de snelst groeiende gemeenten in Nederland. Groei leidt tot hogere uitgaven voor onderwijshuisvesting dan wanneer de inwoneraantallen van een gemeente stabiel blijven. In een groeisituatie is een gemeente immers niet alleen verantwoordelijk voor vervanging en/of renovatie, maar ook voor uitbreiding (bestaande wijken) en nieuwbouw (nieuwe wijken).
De keuze die we in Utrecht hebben gemaakt om te verdichten en in te breiden leidt tot hogere kosten voor het inpassen van maatschappelijke voorzieningen, zoals onderwijs. Een schoolgebouw komt in nieuwe woonwijken vaak in de plint van een groter bouwblok. Op andere plekken zien we dat de bouwkavels daardoor ook specifieker worden, bijvoorbeeld als gevolg van hoogteverschil heeft of een bijzondere vorm.
De gemeente Utrecht heeft een Verordening huisvesting scholen waar hogere normen zijn vastgelegd dan landelijk de norm is. We investeren bijvoorbeeld in renovaties, of het vergroenen van schoolpleinen. Ook hanteren we een kortere verwijsafstand voor primair onderwijs (1.000 meter) dan landelijk gebruikelijk is (2.000 meter of verder). We zijn trots op deze Utrecht ambities, omdat dit op lange termijn ten goede komt aan de kwaliteit van het onderwijs in onze stad. Maar dat heeft uiteraard wel gevolgen voor de omvang van de financiële middelen die nodig zijn om deze ambities te realiseren.

Onderwijshuisvesting

10

Borg dat de nog niet (geheel) opgevolgde aanbevelingen uit eerdere raadstoetsen alsnog
geïmplementeerd worden (zie bijlage 1 voor een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot
alle eerder gedane aanbevelingen)

De algemene aanbevelingen die in vorige raadstoetsen zijn gedaan, hebben grotendeels betrekking op het concretiseren van de indicatoren en de teksten korter en concreter te maken. In de uitvoering van de aanbevelingen 1 tot en met 9 zijn daarom veel van deze algemene aanbevelingen meegenomen.

Vastgoed

1

De jaarrekening is op het punt van vastgoed summier. Door middel van het Meerjaren Perspectief
Utrecht Vastgoed wordt het inzicht aanzienlijk vergroot. Advies: verhelder in de paragraaf
kapitaalgoederen de samenhang van vastgoed in de diverse begrotingsprogramma’s.

Beantwoord in Raadsbrief Reactie raadstoets Vastgoed .
In het Meerjaren Perspectief Utrecht Vastgoed (MPUV) 2020 – deze ligt buiten de scope van het raadsonderzoek - is dit naar ons oordeel reeds al goed doorgevoerd. Door middel van het MPUV geven wij inzicht over de beleidsprogramma’s heen en schetsen wij de samenhang van al het gemeentelijk vastgoed in de diverse begrotingsprogramma’s. Dat willen wij verder continu verbeteren en verstevigen in de komende MPUV’s (zie ook hoofdstuk 3 MPUV 2020).

2

Vanaf 2021 worden nieuwe doelstellingen rondom het Vastgoedprogramma vastgesteld. Advies: wijzig
na vaststelling hiervan ook de prestatie- en effectindicatoren in de P&C-documenten en betrek de raad hierbij.

Beantwoord in Raadsbrief Reactie raadstoets Vastgoed .
Dit verzoek nemen wij over. In de eerste berap 2020,( blz. 58 e.v.) stellen wij reeds een
aantal aanpassingen voor van de indicatoren in het programma Utrechts Vastgoed.
Wij hebben in het MPUV 2020 voorgesteld dat verder en uitgebreider te doen in het MPUV op een overzichtelijke wijze over alle begrotingsprogramma's waarin gemeentelijk vastgoed opgenomen is en niet alleen bij het begrotingsprogramma Utrechts Vastgoed. Daarmee ontstaat er voor uw raad een totaal beeld van het gemeentelijk vastgoed onafhankelijk naar welk begrotingsprogramma het afrekent. Zoals aangegeven bij de bespreking in de gecombineerde commissievergadering van 23 juni jl. is ons inziens het MPUV daarvoor het meest geschikte document.

3

Bij vastgoed vindt meting van klanttevredenheid en bezetting plaats. Advies: verbeter de methode van
uitvragen, het inzicht in de doelgroepen, inzicht in de belangrijkste klachten en doelgroepen die
mogelijk niet bereikt worden. Afgrenzing tussen tevredenheid over het vastgoed en tevredenheid over
de aangeboden lessen/diensten is complex en kan beter.

Beantwoord in Raadsbrief Reactie raadstoets Vastgoed .
Dit verzoek hebben wij al overgenomen. In het MPUV 2020 hebben wij aangegeven, dat
wij de meting van klanttevredenheid continu willen blijven verbeteren. We verbeteren de digitale vindbaarheid en informatievoorziening. We maken de klanttools gebruiksvriendelijker. We verkorten de responstijd. In 2020 zullen we vaker onze (potentiële) klanten opzoeken. Wij gaan in gesprek met buurtbewoners, zelfstandige ondernemers, verenigingen en maatschappelijke organisaties om de wensen, behoefte en belemmeringen te inventariseren. Dit doen we onder andere door onderzoeksvragen te stellen en rondetafelsessies te organiseren. De resultaten hiervan vindt uw raad terug in de volgende MPUV’s.

4

Verbeter de sturing en verantwoording op investeringskredieten Vastgoed (uitbreiding en vervanging)
in relatie tot de raad. Belangrijke investeringsbesluiten worden soms impliciet genomen, afwegingen
rondom investeringen over de programma’s heen zijn niet helder, rondom vervangingsinvesteringen is
de besluitvorming niet helder, bij vrijvallende kapitaallasten is de raad minimaal betrokken om mee te
sturen op de inzet en kredietoverschrijdingen komen in de verantwoordingsstukken niet helder naar
voren.

Beantwoord in Raadsbrief Reactie raadstoets Vastgoed .
Dit verzoek nemen wij over. Door middel van de voortgangsmelding en bijsturing op de
Nota Kapitaalgoederen (NKG) jaarlijks in het MPUV op te nemen, nemen wij uw raad mee in de aanstaande investeringsplannen (in de komende 4 a 10 jaar). De NKG biedt vooruitzicht een, investeringsprognose en is daarmee niet besluitvormend. Uw raad kan of bij behandeling van het MPUV richting geven of desgewenst bij de vaststelling van de investeringsstaat bij de Programmabegroting beslissen om iets anders te willen. In de bijlage bij deze brief geven wij al een verbetering, namelijk een uitgebreidere toelichting bij de voorgestelde wijzigingen van de investeringen in de eerste bestuursrapportage.

5

Verbeter de sturing en verantwoording op reserves rondom vastgoed. In de jaarrekening zijn mutaties
opgenomen die niet vooraf door de raad zijn geautoriseerd.

Beantwoord in Raadsbrief Reactie raadstoets Vastgoed .
Dit verzoek nemen wij over. We verbeteren de sturing en verantwoording op reserves,
per reserve maken we beter inzichtelijk hoe de stortingen en onttrekkingen gedaan worden en dat leggen wij uw raad voor bij het eerste volgende cyclusmoment met integrale afweging.

6

In de begrotingssystematiek wordt gewerkt met interne huuropbrengsten en doorbelastingen. Hierdoor
ontstaan soms technische verschillen die het inzicht niet vergroten en foutgevoelig lijken te zijn. Advies
is om te bezien welke alternatieven in den lande hiervoor aanwezig zijn.

Dit verzoek nemen wij over. Wij zijn bereid de alternatieven in den lande te onderzoeken.
Wij zullen uw raad informeren medio 2022 over mogelijk hanteerbare alternatieven.

7

Borg dat de nog niet (geheel) opgevolgde aanbevelingen uit eerdere raadstoetsen alsnog
geïmplementeerd worden, zie bijlage 1 voor een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot
alle eerder gedane aanbevelingen.

Beantwoord in Raadsbrief Reactie raadstoets Vastgoed .
Wij nemen de aanbevelingen serieus en laten in elk document verbeteringen zien.
Verbetering van de P&C-instrumenten gaat stapsgewijs. Moeilijkheid daarbij is dat aanpassingen in de cyclusdocumenten pas aan het eind van de cyclus zichtbaar worden in de jaarrekening. Bijv. een verbetering in de Programmabegroting 2020 (najaar 2019) wordt pas zichtbaar in de Jaarstukken 2020 (voorjaar 2021).

Deze pagina is gebouwd op 11/11/2022 15:16:15 met de export van 05/25/2022 20:20:22